- Home
- BTW 9%
- De onweerzitting De onweerzitting


De onweerzitting
- Beschrijving
Tijdens een nachtelijk onweer in de jaren vijftig zitten de grootmoeder, de moeder en de jongen in de keuken, wachtend op het einde van wat voor beide vrouwen een boze droom is, voor de tienjarige jongen niet meer dan een vervelende onderbreking van zijn slaap. In de tijd die met donder en bliksem verstrijkt herbeleeft hij kleine maar betekenisvolle momenten uit zijn dagelijks leven. In hetzelfde kader plaatst Wiel Kusters in deze sobere dichterlijke vertelling een serie herinneringen van de moeder en de grootmoeder, gebaseerd op familieverhalen, die terugreiken tot in het laatste kwart van de negentiende eeuw. In het verhaal 'Lichtflitsen', dat als een soort naschrift bij 'De onweerzitting' functioneert, legt hij op liefdevolle wijze het beeld vast van zijn dementerende moeder, zoveel jaren later, in de jaren negentig. De onweerzitting speelt zich grotendeels af in het dorp dat ook het decor vormde van Kusters' succesvolle In en onder het dorp. Mijnwerkersleven in Limburg.
De pers over De onweerzitting:
Als God huist in het detail, dan is De onweerzitting van Wiel Kusters een gezegend boek. [...] De onweerzitting gaat over de teloorgang van traditionele gebruiken, rituelen en de bijbehorende handelingen, die Kusters als een verbaal archeoloog schitterend heeft vastgelegd, zonder de suggestie te wekken dat het vroeger allemaal beter was.
Peter Henk Steenhuis in Trouw
Deze terugblik op het ontwaken van poëtisch besef doet met regelmaat denken aan de manier waarop Eric de Kuyper zijn jeugdjaren heeft geboekstaafd in een reeks kleine boekjes.
Arjan Peters in de Volkskrant
Ik moest af en toe aan Nescio denken.
Janet Luis in NRC Handelsblad
Spekholzerheide is nu definitief op de kaart. Kusters schrijft sociale geschiedenis zoals Vlaamse schrijvers als Leo Pleysier en Erik Vlaminck die schrijven.
André Matthijsse in Haagsche Courant
Meer over de auteur
Geboren te Kerkrade, 1 juni 1947. Studeerde van 1968-1973 Nederlandse taal- en letterkunde, met als hoofdvak Nederlandse literatuur van de achttiende eeuw en als bijvakken sociale en economische geschiedenis en algemene taalwetenschap in Nijmegen (cum laude) en promoveerde in 1986 te Utrecht met het proefschrift De killer. Over poëzie en poëtica van Gerrit Kouwenaar. 1986-1987 gasthoogleraar aan de Freie Universität Berlin. Sinds 1989 verbonden aan de Universiteit Maastricht als hoogleraar algemene en Nederlandse letterkunde. Van 1991-1993 decaan van de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen.
Lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Was lid van de Raad voor Cultuur (portefeuillehouder Letteren), redacteur van De Gids, Tijdschrift voor Geneeskunde en Ethiek, DWB, Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, en van het televisieprogramma Boeken (VPRO). Was als literair medewerker verbonden aan NRC Handelsblad, de Volkskrant en KRO-radio.
In zijn literaire werk heeft hij zich sinds 1975 diepgaand (maar niet uitsluitend) beziggehouden met leven en werk van de Limburgse mijnwerkers en hun gezinnen. Enkele titels: Een oor aan de grond (1978), Het mijnmuseum (1981), Een bezoek aan de leermijn (1984), Zegelboom (1998), Versteende wouden. Mijnen en mijnwerkers in woord en beeld (samen met Jos Perry, 1999), De onweerzitting (2000), Koempel, adieë! (2005), (samen met de fotograaf Frans Welters), Als kind moest ik een walvis eten (2002) en Zielverstand (2007). Hij publiceerde ook gedichten voor kinderen en werk voor toneel, naast vertalingen in boekvorm van dichters als Oskar Pastior en Marin Sorescu. Op dit moment werkt hij samen met Benno Barnard en Huub Beurskens aan een vertaalde bloemlezing uit het werk van W.H. Auden.
Voor zijn literaire werk en voor zijn rol als stimulator van het letterkundig leven in Limburg ontving hij in 1990 de Sphinx Cultuurprijs. In 2007 werd hem de Eremedaille der Provincie Limburg toegekend ‘in verband met zijn veelzijdige en belangrijke literaire verdiensten op literair gebied en voor de cultuurhistorie in Limburg'.In 2010 werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.