Geboren te Schaesberg in 1961. Studeerde Nederlands aan de Katholieke Leergangen te Sittard. Ze schrijft proza, liedteksten en gedichten in de Nederlandse taal en het Limburgs. Publiceerde in diverse tijdschriften. 30 boeken heeft zij al op haar naam staan, waarvan 5 poëziebundels, een Limburgse vertaling van Le petit Prince en de Limburgs Scheldwoordenboeken. Ze is lid van meerdere literaire organisaties, medeoprichter en voorzitter van de Stichting voor Dialect en Cultuuronderwijs Limburg. In 2007 ontving zij een koninklijke onderscheiding voor haar verdiensten voor de Limburgse taal en cultuur. In 2010 verwierf ze de titel Meester-dichter van de lage landen bij de zee. Door haar kennis van talen en dialecten, en de Limburgse cultuur maakte zij van Toonders werken
De Bovenbazen (De Dreksbere, 2020)
Het Platmaken (’t Platgeröls)
Het spook van Bommelstein (De Maar óp Bómmelsjting)