Paul Hermans (Maastricht, 1953) publiceerde gedichten in De Tweede Ronde, De Revisor, het Nieuw Wereldtijdschrift, de Poëziekrant en in het Duitse tijdschrift Akzente. Hij debuteerde in 1995 met “Een kern van oppervlakkigheid”, dat tevens in een Duitse vertaling verscheen. Daarna publiceerde hij de bundels “Inhuizig” (1995), “Ademnis” (1999), “Achteruitwaarts Vliegen” (2003), “Hartschelp” (2007) en “Spraakdoorn” (2010).
Voor zijn kleine oeuvre kreeg hij in 2003 de Halewijnprijs toegekend.
In het juryrapport werd zijn werk getypeerd als ‘een persoonlijke synthese van traditie en experiment in de Nederlandse dichtkunst’ en werden zijn gedichten geprezen om hun geconcentreerde vorm, hun complexiteit die nergens ten koste van de communicatieve kracht gaat, en om hun intrigerende beelden en muzikaliteit.