Paul
Zoektocht van een vader naar zijn zoon
Nol van Gerwen
ISBN | 9789079226504 |
Aantal pagina's | 256 |
Uitgave | Paperback |
Uitgever | Leon van Dorp |
€18.99
Nol van Gerwen (1938) woont in Maastricht en is gepensioneerd leraar. In 2014 besluit hij een aantal gesprekken met een therapeut te gaan voeren, omdat hij last heeft van depressieve en weemoedige buien en wat lichter in het leven wil staan. Al vrij snel leidt de therapie hem naar misschien wel de moeilijkste periode in zijn leven, waarin zijn enige zoon Paul schizofreen blijkt te zijn en uiteindelijk besluit een eind aan zijn leven te maken. Op advies van zijn therapeut begint Nol zijn zoon brieven te schrijven, om na zoveel jaren opnieuw met hem in dialoog te gaan.
In dagboekachtige brieven schetst Nol de gebeurtenissen van toen en plaatst ze in de tijd. Hij zoekt steun in de literatuur om opnieuw greep te krijgen op deze periode uit zijn leven, en in dagboekfragmenten, citaten en tekeningen klinkt ook de stem van zijn zoon. Langzaam keert bij Nol de rust weer en krijgt zijn zoon opnieuw een zichtbare plaats in zijn leven.
In dagboekachtige brieven schetst Nol de gebeurtenissen van toen en plaatst ze in de tijd. Hij zoekt steun in de literatuur om opnieuw greep te krijgen op deze periode uit zijn leven, en in dagboekfragmenten, citaten en tekeningen klinkt ook de stem van zijn zoon. Langzaam keert bij Nol de rust weer en krijgt zijn zoon opnieuw een zichtbare plaats in zijn leven.
Recent verschenen
Een Heerlense ziel Het dagboek van scholier Jef Oostwegel 1933,1934
Auteur
Camille Oostwegel sr.
DagboekJa, pubers, leer ze mij kennen. Ik was een nakomeling van zes broers die allemaal achtereenvolgens de puberteit doormaakten. Moeilijke knapen, gierende hormonen. Het is ook allemaal te lezen in het dagboek van de jonge Jef Oostwegel. Toch heb ik nooit een jongen gekend die ‘dagboek’ schreef. Wat bezielde hem om dat wel te doen? Bij de eerste pagina begint hij heel dreigend: Wie zich de brutaliteit veroorlooft de inhoud hiervan door te lezen is de grootste schoft die ik ooit in m’n leven ontmoet heb en zal ontmoeten. Toch laat hij 3 januari zijn dagboek al aan een vriend lezen.Ofschoon hij schrijft in 1933 en 1934 is voor mij nog veel herkenbaar. Het dagelijks naar de kerk gaan. Goede Vrijdag geen vlees eten. De zondagen, ook gevuld met mis en vesper. Herkenbaar dus.Hij moet wel een bijzondere belangstelling voor film hebben gehad want hij gaat vaak met vrienden of alleen naar de bioscoop en vindt het belangrijk dat te noteren. Om ‘de namen van de film altijd als een herinnering voor later, als dit manuscript eens zijn waarde zal hebben.’ De titels, de acteurs en soms geeft hij in het kort zijn mening.Het puberale verlangen naar een vriendin is ontroerend evenals de verlegenheid om zo’n meisje aan te spreken. Het komt vaak voor in dit dagboek. Op 14 mei zit hij naast Nora aan de communiebank waar hij ‘de stroom die van haar uitgaat tot in de dikke teen voelt.’Maar na een paar maanden merkt hij dat de dagelijkse aantekeningen spanning missen. Die twijfel komt wel vaker terug. Zo ook op 10 juni. ‘Het is iedere dag hetzelfde.’ Bij herlezing wordt hij beroerd van zijn eigen gezwam.Ja. meisjes, avontuur met vrienden, uitgaan, dat is wat een puber wil en dat wil hij ook. Genieten van vakantie en de pest in hebben als die weer voorbij is. De lessen, de leraren, het komt allemaal voorbij met zijn commentaar.Maar op 13 november besluit hij te stoppen met het dagboek om op 18 mei 1934 weer te beginnen maar dan heeft hij ‘alle liefde uit zijn hart verbannen.’ Dat zal niet lang duren. Daar is dit puberale hart te onrustig voor. Maar ondanks zijn dreigement aan het begin van dit dagboek zal met de publicatie zijn diepste wens toch vervuld worden.Het is een interessant tijdsbeeld van jongeren in de vroege vorige eeuw.Rosalie Sprooten, schrijfsterJa, vadersOh, die vadersZe gaan heen, maar ook weer niet want ze keren gauw terug. En ze komen in je dromen, ze komen wanneer je verdrietig bent, wanneer je raad nodig hebt en onverwachts vind je hun schriften in een la, in een kast, waar men denkt dat ze verloren zijn gegaan.Ze zijn niet verloren gegaan, ze komen altijd terug.Geloof je me niet? Blader dan door de schriften van de vader van Camille.Laat ze gaan, laat ze komen.Mijn salam voor hen allemaal en de dierbare van Camille.Kader Abdolah, schrijver