In deze verzameling van oorspronkelijke blogs, trekt Dick Gebuys vanuit culturele thema’s en vriendschappen de lijnen na die zijn leven tot nu toe bepaald hebben – naar Rotterdam (waar hij geboren werd en opgroeide), naar Vlaanderen (waar hij het leven pas echt leerde kennen), naar Limburg (waar hij nu al weer bijna 40 jaar woont) en naar Duitsland (waar hij de sporen volgde die de oorlog in zijn geboortestad en in zijn eigen jeugd naliet).
We belanden in Rotterdam van de 20ste eeuw, de tijd van de Berini. We horen de echo van Vlaanderen in de jaren ’60 en ’70, we komen in Limburg vanaf 1979 en in Duitsland in de 21ste eeuw. En tussendoor lopen we over literaire paden en belanden we in oude monumentale panden en bruine kroegen. Of ontmoeten we menselijke monumenten.
Dick vertelt over Feijenoord en Sparta, over de Hefbrug, het Bombardement van 14 mei 1940, over de piratenzenders in de Sixties, over de ontgroening van de Mijnstreek met schlagerzanger Bruno Majcherek. Hij schrijft over de mijnwerkersliedjes van Carboon, de luisterliedjes van Vlamingen Willem Vermandere, Walter Debuck, Wannes Vandevelde en Zjef Vanuijtsel. Over Limburgers Paul Van de Velde, Wiel ‘Erwtje’ Gerrits, Jacques Kersten en Peter Smits. Maar ook over de schrijvers Jan Siebelink en Jef Geeraerts. Hij loopt zelfs ver terug de geschiedenis van de oude Mijnstreek in, met de Schaesbergse schrijver Frans Erens. Maar hij luistert ook naar het verhaal van Sinto Roger Moreno.
Op tijd en stond probeert Dick uiteenlopende literaire verschijnselen met een overkoepelende analyse aan elkaar te vlechten. Over waarheid en fictie, over verboden vruchten, over de Black Venus. Waarbij hij telkens het persoonlijke tot een algemene ervaring probeert om te buigen.