Rosalie Sprooten
Haar huwelijk afgesloten door Huub Oosterhuis en ds. van Waesberge- bleek achteraf het eerste oecumenische huwelijk van Nederland. Kort na het huwelijk liet ze Europa achter zich om met haar echtgenoot aan te monsteren op de wilde vaart. Werkend op een Noors en een Zweeds koelschip voer ze de wereld rond. Terug aan de wal kwam ze als therapeute terecht in de psychiatrie alwaar ze 13 jaar zou werken. In 1981 publiceerde ze de gedichtenbundel “Ambtenaar in de gezondheidszorg”.
Bij uitgeverij De Geus in Breda verscheen in 1989 de roman, “…de pest voor een schip”. Haar scheepvaartverleden vormt het decor voor dit romandebuut. Ze was daarmee de eerste vrouw in Nederland die over de zee schreef.
In 1991 verscheen de historische documentaire “Bericht aan Hare Majesteit”, waarin ze een episode uit de Tweede Wereldoorlog beschrijft over het lang miskende (katholieke) Limburgse verzet. Middelpunt in dit boek is de jonge kapelaan Houben die op 21 juli 1944 in Epen door de Duitsers gevangen werd genomen. Slechts veertien dagen na zijn bevrijding in het Duitse Wöbbelin overleed hij op 29 jarige leeftijd. Op 4 mei 1992 zond de NOS, naar aanleiding van dit boek, de documentaire Onbekend Monument uit. Het boek werd zowel in het Duits alsook in het Spaans vertaald. Bij een bezoek van Koningin Beatrix en President Herzog van Duitsland aan Maastricht en Aken werden de Nederlandse en Duitse versie aan beide staatshoofden aangeboden. Naar aanleiding van de Spaanse vertaling bezocht de schrijfster, op uitnodiging, in mei 1996 de boekenbeurs van Bogotá. Ze gaf lezingen ter plaatse, als ook te Medellin en op Curaçao.De roman “Muren van glas” verscheen in 1993 bij uitgeverij De Geus te Breda. Deze roman is een literair maatschappelijk pamflet over de psychiatrie en over het ontstaan van het burn-outsyndroom. Het boek werd verguisd en geprezen. Ischa Meijer vond dat het verhaal verfilmd moest worden terwijl Ingrid Hogervorst in Dagblad de Limburger er geen goed woord voor over had. In 1995 verscheen de briefwisseling tussen haar en de journalist Max Paumen (NRC) bij uitgeverij DPE, onder de titel “Maastricht met en zonder rouge”. In september 1996 is dit boek verschenen in Russische vertaling en inmiddels ook in Spaanse vertaling. Het werd aangeboden aan president Sjevardnadse van Georgië en aan patriarch Ilja II, de kerkvader van de Georgisch orthodoxe kerk. In 1999 verscheen bij Uitgeverij TIC haar boek “Een vrouw voor zonen”, een kroniek waarin zij op zoek gaat naar het verleden van haar ouders en voorouders. Ze plaatst de mensen in hun tijd, landschap en katholieke omgeving. In 2000 verscheen, in opdracht van de VLAM ‘de Heerenkuil’. Een Maastrichtse geschiedenis over het ontstaan de berenkuil, waar sinds 1920 aanvankelijk 2 later 5 beren werden gehouden. In april 2004 verscheen, eveneens bij uitgeverij TIC het boek “Wederzijds”, een briefwisseling tussen de Duitse Irmgard Faber en Rosalie Sprooten over de Duits – Nederlandse verhoudingen. Over de nog altijd beladen gevoelens tussen beide volkeren. Uit het werk van Rosalie Sprooten spreekt de verbondenheid met de natuur, met het Mergelland en m.n. met haar geboortedorp. Voor haar is deze streek “Het verloren paradijs”. Zij woont en werkt in Maastricht. Rosalie Sprooten was actief op het gebied van dierenbescherming. Veertien jaar lang voerde ze oppositie tegen het gemeentebestuur in verband met de Maastrichtse beren. De dieren waren abominabel slecht gehuisvest en de verzorging liet door gebrek aan deskundigheid te wensen over. Het was een ergernis, niet alleen voor Maastrichtenaren maar ook voor de vele toeristen. Het lukte tenslotte de twee beren elders onder te brengen. Een stierf van ellende in de berenkuil en beer Jo mocht nog enkele jaren zijn hart ophalen in het Berenbos te Rheden. Rosalie Sprooten is ambassadeur van de Dierenbescherming Limburg en van de stichting Canilos welke inzet voor het lot van de ketting honden op het eiland Lesbos (Griekenland).