Mooi vormgegeven boeken met een culturele, historische of literaire insteek

Mieke Kirkels

Mieke Kirkels, Leiden (Nederweert, 1947), volgde een lerarenopleiding, studeerde Arbeidsmarktpolitiek & Personeelsbeleid, werkte als voorlichter, als Ombudsvrouw voor gelijke rechten van vrouwen op de arbeidsmarkt, als congresontwikkelaar HRM en als communicatieadviseur. In 2004 verhuisde ze vanuit Rotterdam naar Cadier en Keer. Ze woonde daar op 4 km afstand van de Amerikaanse Militaire begraafplaats. In 2008 nam zij het initiatief voor het oral history project ‘Akkers van Margraten’, als onderdeel van het landelijk project Erfgoed van de oorlog, ooggetuigenverhalen. Ze was voorzitter van de gelijknamige stichting. Samen met Jo Purnot (†) en Frans Roebroeks schreef ze het boek ‘Van boerenakker tot soldatenkerkhof’ (St. Akkers van Margraten 2009) en in het verlengde ervan het boek ‘Else Hanöver, Oorlogsjaren in Maastricht’ (uitg. Heinen 2009). In maart 2010 interviewde ze Dr. Jefferson Wiggins in New Fairfield CT hetgeen na Jeff’s overlijden, resulteerde in het boek ‘Van Alabama naar Margraten - herinneringen van grafdelver Jefferson Wiggins’ (uitg. Eigen beheer 2014). In 2015 volgde het oral history project ‘Kinderen van Zwarte bevrijders‘ en het boek ‘Kinderen van Zwarte bevrijders, een verzwegen geschiedenis’ (VanTilt 2017). Daarna volgde ‘Dutch Children of African American Liberators’, een uit- gebreide Engelse editie van dat boek (met coauteur Chris Dickon (Mc Farland 2020). In 2023 verscheen de uitgebreide tweede editie van het boek ‘Van Alabama naar Margraten – herinneringen van Jefferson Wiggins aan zijn tijd in het gesegregeerde U.S. Army (uitg. Leon Van Dorp, 2023). Tenslotte ontwikkelde ze in 2021 i.s.m. Sebastiaan Vonk het digitale lees- en lesboek www.blackliberators.nl.

Recent verschenen

Een Heerlense ziel
Een Heerlense ziel Het dagboek van scholier Jef Oostwegel 1933,1934
Auteur

Camille Oostwegel sr.

DagboekJa, pubers, leer ze mij kennen. Ik was een nakomeling van zes broers die allemaal achtereenvolgens de puberteit doormaakten. Moeilijke knapen, gierende hormonen. Het is ook allemaal te lezen in het dagboek van de jonge Jef Oostwegel. Toch heb ik nooit een jongen gekend die ‘dagboek’ schreef. Wat bezielde hem om dat wel te doen? Bij de eerste pagina begint hij heel dreigend: Wie zich de brutaliteit veroorlooft de inhoud hiervan door te lezen is de grootste schoft die ik ooit in m’n leven ontmoet heb en zal ontmoeten. Toch laat hij 3 januari zijn dagboek al aan een vriend lezen.Ofschoon hij schrijft in 1933 en 1934 is voor mij nog veel herkenbaar. Het dagelijks naar de kerk gaan. Goede Vrijdag geen vlees eten. De zondagen, ook gevuld met mis en vesper. Herkenbaar dus.Hij moet wel een bijzondere belangstelling voor film hebben gehad want hij gaat vaak met vrienden of alleen naar de bioscoop en vindt het belangrijk dat te noteren. Om ‘de ­namen van de film altijd als een herinnering voor later, als dit manuscript eens zijn waarde zal hebben.’ De titels, de acteurs en soms geeft hij in het kort zijn mening.Het puberale verlangen naar een vriendin is ontroerend evenals de verlegenheid om zo’n meisje aan te spreken. Het komt vaak voor in dit dagboek. Op 14 mei zit hij naast Nora aan de communie­bank waar hij ‘de stroom die van haar uitgaat tot in de dikke teen voelt.’Maar na een paar maanden merkt hij dat de dagelijkse aantekeningen spanning missen. Die twijfel komt wel vaker terug. Zo ook op 10 juni. ‘Het is iedere dag hetzelfde.’ Bij herlezing wordt hij beroerd van zijn eigen gezwam.Ja. meisjes, avontuur met vrienden, uitgaan, dat is wat een puber wil en dat wil hij ook. Genieten van vakantie en de pest in hebben als die weer voorbij is. De lessen, de leraren, het komt allemaal voorbij met zijn commentaar.Maar op 13 november besluit hij te stoppen met het dagboek om op 18 mei 1934 weer te beginnen maar dan heeft hij ‘alle liefde uit zijn hart verbannen.’ Dat zal niet lang duren. Daar is dit puberale hart te onrustig voor. Maar ondanks zijn dreigement aan het begin van dit dagboek zal met de publicatie zijn diepste wens toch vervuld worden.Het is een interessant tijdsbeeld van jongeren in de vroege vorige eeuw.Rosalie Sprooten, schrijfsterJa, vadersOh, die vadersZe gaan heen, maar ook weer niet want ze keren gauw terug. En ze komen in je dromen, ze komen wanneer je verdrietig bent, wanneer je raad nodig hebt en onverwachts vind je hun schriften in een la, in een kast, waar men denkt dat ze verloren zijn gegaan.Ze zijn niet verloren gegaan, ze komen altijd terug.Geloof je me niet? Blader dan door de schriften van de vader van Camille.Laat ze gaan, laat ze komen.Mijn salam voor hen allemaal en de dierbare van Camille.Kader Abdolah, schrijver